Shoji

Shoji is een in twee kleuren boekdruk vervaardigd leporello-boek: de tekst (van Teodor Lazarov) in oker, de prenten (van Peter Lazarov) in diepzwart. Twee prenten zijn op een intrigerende wijze over de vouwen geplaatst, waardoor de korte teksten een opvallende spanning verkrijgen.
Als omslag is er tweelaags handgeschept Japans kozo-papier geplakt op de leporello, waardoor het boek een uiterst kwetsbare maar ook sublieme presentatie verkrijgt. Het papier is door de kunstenaar/drukker zelf in Japan vervaardigd.
Deze uitgave is een meesterlijk voorbeeld van het eigentijdse kunstenaarsboek.

Het schuitje van Fiep & Annie

De angst voor ontlezing heette in 1954 ‘leesverloedering’. Joke Linders beschrijft smakelijk hoe Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp in opdracht van de CPNB een boekje ‘ter bevordering van het lezen’ samenstelden.
Pauline van Wensveen van de Vette Venus Pers is het niet te doen om ingewikkeld drukwerk en geraffineerde typografie. Het gaat haar om het plezier van het maken van een leuk boek, liefst voorzien van de nodige ironie. Samen met Hans Rombouts drukte ze het omslag in boekdruk. De katernen zijn met de hand genaaid en ingelijmd.
Een aanrader voor ieder die zich zorgen maakt over de tanende belangstelling voor het lezen. Vroeger was het nog erger!

Of Inck

Dit charmante miniatuur-boekje (eigenlijk een schriftje) is klassiek van vormgeving, maar met behulp van eigentijdse ICT-techniek van de gewenste klassieke letter voorzien: de Garamond is computer-gestuurd gegoten, maar wel weer handgedrukt op een Korrex-pers.
Moxons serieuze waarschuwingen voor brandgevaar bij de vervaardiging van drukinkt (die gekookt en gebrand moest worden) maken opnieuw duidelijk dat de meesterdrukkers van weleer over grote kennis en vaardigheden moeten hebben beschikt. Moxon prijst de Hollandse drukkers van zijn tijd om hun uitstekende drukinkten, waar hun Engelse collega’s niet aan konden tippen.
Het onpretentieuze plezier van het boekenmaken blijkt volop uit deze sympathieke uitgave. Het nietje in de rug werd tijdens de afwerking nog verwijderd om plaats te maken voor een echte cahiersteek!

Jeoffry

‘Jeoffry’, het loflied van Christopher Smart (1722–1771) op zijn kat, is een van de wonderlijkste Engelse gedichten. In een bevlogen stijl geïnspireerd op het Oude Testament, en met de geniale toets van de krankzinnige dichter wordt het unieke en toch exemplarische dier verheerlijkt: ‘For God has blessed him in the variety of his movements’.
De lenige, meeslepende vertaling van Rudy Kousbroek verscheen eerder in NRC Handelsblad van 21 december 2001, maar verdiende een artistiek voortbestaan. Het fraai afgewerkte tweetalige boek is gezet uit de Bembo, een letter die de modern-klassieke status van de tekst ondersteunt. Tegelijk maken de layout van Jaap Schipper en de krachtige linosneden van Olivia Ettema er een hedendaags boek van.
Negentig exemplaren op velata avorio ‘Biblos’ (Magnani, Pescia) werden door Herman van der Kruijk in linnen gebonden. Dertig op velata avorio a mano zijn door Philipp Janssen (Phoenix binderij) in halfperkament gebonden met platten van handgeschept Japans. Zij bevatten ook nog eens twee losse lino’s op Gampi Vellum. Op het voorplat straalt een sierlijk verguld lovertje, op de hoes een verguld drukkersmerk. Kortom: voluit aantrekkelijk, meer zelfs, absoluut onweerstaanbaar.

Vuurland

Een in alle opzichten geslaagde uitgave. Het vierkante formaat, het prachtig gezeefdrukte omslag en het geraffineerde gebruik van het transparante Reprobank 60 grams vormen samen een spannend geheel. Het transparante binnenwerk geeft het boekje extra dimensie, waardoor tekst en illustraties elkaar als het ware inhalen en passeren. Jammer is alleen dat de kop- en tussenregels in een te donkere kleur paars zijn gedrukt, waardoor de tekst niet overal leesbaar is.
De uitgave is prachtig in offset gedrukt. De bijbehorende envelop, waarvan de kleur op het omslag terugkomt, is het ‘puntje op de i’ van deze uitgave.

Zes

In 1996 werd Maud Westendorp zes en leerde ze lezen, schrijven en rekenen. Dan maakt ze ook de gedichtjes ‘Dag ik ben muis’. Het was een goed idee van Silvia Zwaaneveldt deze te drukken in de Mercator 28 punts. Zo ver aangespatieerd krijgt de letter iets onregelmatigs, wat goed bij de tekst past. De cijfers 1 t/m 6 zijn goed geplaatst en de houten biljetletters zijn mooi schraal gedrukt.
De uit lino gesneden zon, maan en ster zijn iets te veel van het goede, maar daarnaast zijn de keuzes van de ‘restjes’ papier wel weer goed.
Al met al een sympathieke uitgave, dit ZES.

In the mountains, there you feel free

De titel In the mountains, there you feel free is ontleend aan The Waste Land van T.S. Eliot. Noor van de Brugge heeft er een uitgave bij gemaakt waarin ansichtkaarten van landschappen middels thinnerdruk vervaagd op de pagina’s terecht zijn gekomen. De eenvoudige vormgeving is uiterst verfijnd. De diep ingedrukte letters op het titelblad komen terug op de laatste pagina, maar dan zonder drukinkt. De verdiepte tekst wordt leesbaar door er voorzichtig met lichtblauw kleurpotlood overheen te gaan. Een fragiele uitgave om in weg te mijmeren.

De dans en het penseel

Deze uitgave, gedrukt ten behoeve van de Nederlandsche Vereeniging voor Druk- en Boekkunst, brengt een aantal verschillende boektradities op overtuigende wijze samen.
De instructieve, niet eerder gepubliceerde beschouwing van Arthur Th. Witteveen over Chinese calligrafie is in een sobere, typisch Westerse typografie in boekdruk gedrukt, maar wel op dubbelbladen van fraai getint Japans drukpapier. De frontispice is een originele Chinese calligrafie, die is ingeplakt tegenover het klassiek opgezette titelblad. Het Japanse bindwerk van het stevig kartonnen omslag gaat op een opmerkelijk harmonieuze wijze samen met het typisch Westerse titel-etiket, dat op een ingepreegd vlakje van het omslagkarton is geplakt.
Kortom: deze uitgave is een spannend en uitermate geraffineerd geheel geworden dat op geen enkele wijze toegeeft aan gemakkelijk oriëntalisme.

Carmina

Dit is een met kennelijk genoegen gemaakte Catullusbloemlezing. Illustrator, vormgever en omslagontwerper Doortje de Vries werkte samen met Hans van Eijk en Ger Kleis. Het resultaat is typografisch aantrekkelijk gezet uit de Dante, de Lutetia en de Walbaum. Gedrukt in zeventig exemplaren op Canson 180 gr.
Het kitscherige van de kleuren (lila met op het voorplat een silhouet van twee gezichten in blauw en oker) is in overeenstemming met de schunnige tekstjes. Dit zijn bepaald niet de klassieke ‘romantische’ Catullusversjes, maar wel de schreeuwerige, provocerende kreten van de gefrustreerde jonge Romein.
De schutbladen zijn van blauw papier met een spattenpatroon. De omslagtitel is mooi rechtsonder aangebracht op twee regels aan eenzelfde kantlijn, de onderkant van het blauwe gelaat. Verrassend is dan weer het uitslaande blad met een fijne illustratie in zachte kleuren.

9 Meeuwen

Met 9 meeuwen, een eend en een bootje heeft Titi Zaadnoordijk een vrolijke leporello gemaakt. In dit kleine drukwerkje komen drie druktechnieken broederlijk samen. De opzet, een vervolgillustratie als opmaat voor een kort vers, leent zich goed voor uitbreiding tot een serie.

Mooi Marginaal