Dat is wat blijft als je weggaat

Een zwaarmoedige doos, barstensvol lichtzinnig papier. Met de hand gezette gedichten van de keur der Nederlandse dichters. Geschreven ter gelegenheid van het afscheid van Anton Korteweg, collega-dichter, maar ook zoveel jaren directeur van het Letterkundig Museum. Een doos als een graftombe, voornaam, met geraffineerd sluitwerk en een smetteloze afwerking in nachtblauwe zijde. Als enige frivoliteit op de buitenkant de preeg van het sierlijk getekende monogram AK van de hand van Helmut Salden. Een doos als een schatkist voor vele gedichten en één tekening. Elk gedicht werd gezet op een los gevouwen blad. Eenvoudig en sober, maar het moet monnikenwerk zijn geweest. Dubbeltalent Charlotte Mutsaers droeg als enige bij met een tekening: een kleine zeefdruk van ‘Mijnheer Donselaar’. Voorovergebogen, de wind trotserend en met wapperende sjaal. Voor wie Anton Korteweg kent een minstens zo treffende bijdrage als het monogram op de voorkant.

From the Mount of Olives: two fragments

Voor deze uitgave koos Hester Verkruissen twee fragmenten uit het werk van de zeventiende-eeuwse Engelse dichter Henry Vaughan. Twee teksten over de vergankelijkheid van de materie en de broosheid van het bestaan, onnavolgbaar vormgegeven. De illustraties, veelal bestaande cliché’s, plaatsen een humoristische voetnoot bij de ernst van de tekst. De typografie wisselt van romein naar cursief naar kleinkapitaal, enkele woorden zijn gespatieerd. Een dergelijke wisseling was in de tijd van Vaughan niet ongebruikelijk, maar wordt hier speelser toegepast. Maikie Mijnsen bond het geheel subtiel. De Koptische bindwijze, waarbij de losse bladen in de platten hangen, lijkt de inhoud van de tekst nog eens te onderstrepen. Voor de samenhang worden de platten bij elkaar gehouden met een elastiekje dat vrijwel onzichtbaar aan het achterplat is vastgenaaid. De niet afgesneden scheprand aan de onderkant maakt het nog net iets verfijnder. All is gone, all is dust, but… what a way to go!

Wat vind jij gaaf?

De stoere band uit hardboard en rubber, bij elkaar gehouden door popnagels en ringen reflecteert de werkzaamheden van de opdrachtgever van deze uitgave, een organisatie gericht op saneren, slopen, demonteren en bergen. Aan 41 medewerkers van de firma Koole, van projectmanager tot kraanmachinist, werd de vraag gesteld: ‘Wat vind jij gaaf?’ De antwoorden liepen sterk uiteen. ‘Achterstevoren leven’, ‘Aan een elastiek naar beneden springen’, ‘Het bijwonen van een Turkse voetbalwedstrijd’. De vormgevers, André en Vincent van de Waal, zijn er uitstekend in geslaagd hieruit een samenhangend geheel te maken, met name door het afwisselen van de kleuren wit, rood en zwart in de tekstblokken en het selecteren van de juiste foto’s. Het digitale drukwerk is goed en scherp. Met een laser zijn de voornamen van de 41 medewerkers uit het voorplat gesneden. Pas achter de namen verschijnt het logo van Koole. De medewerker staat in deze uitgave voorop.

Between the Lines

Deze inzending betreft een in omslag genaaide leporello. Op geel Kozo zijn 7 druksels geplakt. Deze zijn door de auteur gedrukt op handgeschept Lindenbast papier. Tussen de lijnen zijn tekens geplaatst. Zes verschillende soorten tekens zijn alle verschillend gereproduceerd. De tekst geeft uitleg over de ervaring en functie van de tekens tussen de lijnen. De gebruikte technieken zijn verrassend: gebrande, genaaide, gedrukte, gestanste tekens. Een knap bedacht en uitgevoerd boekje.

Mooi Marginaal