Een gelaat van zand aan de grens van de zee.

Dit lijvige boek in een mooi verzorgde omdoos sprong meteen in het oog tijdens de jurering. Pieter Mols maakte een bijzonder kunstenaarsboek met opengewerkte pagina’s waardoor zes deels afgesleten koppen zichtbaar zijn op iedere pagina. Gedichten en teksten in boekdruk op prachtig dik, zelf geschept papier worden afgewisseld met pagina’s van dun washipapier en doorzichtig kalkpapier. De prachtige kleurenlitho’s en tekeningen vertellen, samen met de teksten en de afgesleten koppen, een verhaal over woorden, de mens, de dingen en ergens thuishoren. ‘Voortbestaan en samenleven vragen om verdragen en meebewegen. De dingen zoeken steeds een nieuw evenwicht, dat prima kan bestaan zonder de mutatie mens… ­Welkom thuis.’