Uil

De ingrediënten van dit drukwerk zijn een dromerig gedicht en een frêle illustratie. Het is gewikkeld in een drieluik van handgeschept Middelste Molen dat zich op zijn beurt wentelt om een vierluik van Zerkall Bütten. Het gedicht – de uil, maar wat is er in de naam? – en de illustratie sluiten nauw bij elkaar aan en doen denken aan herinneringen en aan dromen. Het geheel is grafisch en typografisch mooi vormgegeven en met klasse gedrukt in vinyl- en boekdruk. Een uitgave om bij weg te dromen. Dichterlijk mooi.

Onbeduidende Polka

Het minste wat je kan stellen is dat deze uitgave van het gedicht Onbeduidende Polka van Paul van Ostaijen een boeiend product is. Het is een amalgaam van papier, tekst, formaat, kleur, vorm. Niets is echter wat het lijkt. Het duurt dan ook even voor je een en ander begrepen hebt. Wie Van Ostaijens gedichten en grafische realisaties kent of gezien heeft, herkent de stijl, nu in een modern jasje gegoten. Dit is een geslaagde hedendaagse emanatie van een gedicht van Paul van Ostaijen.

A Remembrance Day

Deze uitgave bevat een gedicht gezet in twee talen, Schots en Engels. Gedrukt op oranje Hahnemühle papier en ingenaaid in grijs bordkarton. Het grijsbord steekt aan de achterkant 1 cm over, daar is uit een 6 cicero biljetletter de titel gezet. Het uitgaafje van 27 bij 12 cm staand formaat is knap gedrukt op een kleine tafeldegel. Op deze degel zijn jarenlang wijnetiketten gedrukt, nu in het tweede gebruik poëzie en proza. Een goed voorbeeld hoe een gedicht voornaam uitgegeven kan worden.

Toen

Een gelegenheidsuitgave bij de dertigste verjaardag van de Atalanta Pers. Een keurige uitgave waarin 10 gedichten van Frans Budé over een dito aantal groten der aarde zijn gebundeld en geïllustreerd. De illustratie is vrij abstract en kleurrijk en legt voor de lezer niet direct de relatie met de inhoud. Ze is echter speels. De typografie is eenvoudig en duidelijk leesbaar, al mocht het corps iets kleiner. Het geheel komt fris en zuiver over.

Nijhoff-variaties

Op zondag 17 mei 2009 debuteerde het Utrechts Dichtersgilde in het Utrechts Universiteitsmuseum. Stadsdichter Ingmar Heytze had zichzelf en zijn collega-dichters Alexis de Roode, Chrétien Breukers, Ruben van Gogh en Ellen Deckwitz uitgedaagd een gedicht van Martinus Nijhoff ‘onherstelbaar te verbeteren’. Dit resulteerde in vijf Nijhoff-variaties die door Antiquariaat Hinderickx & Winderickx in een oplage van 111 exemplaren werden gedrukt en uitgegeven. Een gelegenheidsuitgave met aandacht voor details. Het bundeltje is eenvoudig gebonden met een cahiersteek, waarbij het papier voor het omslag met smaak is gekozen. Het rood van dat omslag keert terug in de typografie, met name in de titels van de gedichten. Origineel is de wijze waarop de vijf variaties worden geïntroduceerd. Het openingsgedicht, Impasse van Nijhoff zelf, werd gedrukt op Taizan, een doorschijnend Japans papier. Onder de tekst schemert in zwart en rood de naam van de dichter.

Han Bennink, Cover art for ICP and other labels

Kleine boekjes en grote aaibaarheid gaan vaak samen en ook dit boekwerkje ontkomt daar niet aan. Gewaagd is het zeker, een dergelijk klein formaat te kiezen voor een overzicht van platenhoezen en het tekent het meesterschap van de ontwerper dat de schaalverkleining nergens irriteert en misschien zelfs uitnodigt tot beter kijken. We zien een neutrale, klassiek verzorgde typografie in een geraffineerd, rekbaar stramien waardoor de vorm optimaal ruimte laat voor de inhoud. En die inhoud doet de rest. Jazzmusicus en beeldend kunstenaar Han Bennink hanteert krachtige en pure beeldtaal voor zijn ontwerpen en dat levert verpletterend mooie covers op. Hetzelfde is van toepassing op deze uitgave. Elk exemplaar heeft een unieke omslag met de persoonlijke signatuur van de kunstenaar. Het experiment is weer niet geschuwd en wederom geslaagd.

Drie Perzen

Het jaar van uitgave, 1429, in een handgedrukt boekje roept direct vragen op. Is wat je in handen hebt wel wat het lijkt te zijn? Drie Perzen lijkt op het eerste gezicht een Arabische tekst, maar is Nederlands met 5 sierletters, in onderkast a, e, m, n, en t, gezet. Het beeld oogt oosters. De titel kan ook op meerdere manieren begrepen worden. Het gaat over Perzen, maar de illustraties zijn tapijten. Het boekje is heel knap gemaakt met ornamenten, en is gedrukt in verschillende kleuren en zilver en goud. Alle elementen in dit boekje, vol met humor, kloppen.

Dat. Proza. Dit. Gedichten.

Huis Clos en Uitgeverij Plantage maakten ter gelegenheid van de 85-ste verjaardag van de dichter Leo Herberghs deze duo-uitgave. Twee boekjes in een cassette, vormgegeven door huisvormgever Piet Gerards Ontwerpers. De gedichten werden links in de bovenhoek geplaatst, eromheen veel wit, een typografie die goed past bij de (verstilde) inhoud van de gedichten. De paginering is subtiel. Het zijn echter vooral de omslagen en de cassette die deze productie tot zo’n geslaagd geheel maken. De omslagen van de beide deeltjes reflecteren elkaar in kleur en vorm. De cassette maakt gebruik van hetzelfde blauw en rood van de omslagen, waarbij de titels ‘Dit’ en ‘Dat’ ondersteboven en door elkaar zijn gedrukt. Mooi is het plaatsen van de naam van auteur en uitgever in de gebroken vorm van de letter Offline.

Met 26 letters wensen wij u veel…

Dit is alweer de 26ste uitgave in de reeks Nieuwjaarswensen van de Treemapers/De vergulde maatlat. Het thema van deze plano: de 27 letters van het alfabet. 27? Jazeker! De pers is namelijk van mening dat het Nederlands taalgebied naast de Y ook nog de IJ heeft, de letter ‘die bij het kruiswoordpuzzelen altijd een eigen vakje heeft’. De zetter nam een greep uit de letterkasten en verspreidde lood, koper, zink, ijzer, aluminium en kunststof als veelkleurig strooigoed over eenzijdig glad pakpapier. Vervolgens lieten Karel en Liza Treebus zich door die letters inspireren om ons van alles en nog wat toe te wensen, van Aandacht en Zin, Consensus en X-tra’s, tot Flair en Jasmijn, Euro’s en Onthaasting. Een uitgave om vrolijk van te worden.

Dat is wat blijft als je weggaat

Een zwaarmoedige doos, barstensvol lichtzinnig papier. Met de hand gezette gedichten van de keur der Nederlandse dichters. Geschreven ter gelegenheid van het afscheid van Anton Korteweg, collega-dichter, maar ook zoveel jaren directeur van het Letterkundig Museum. Een doos als een graftombe, voornaam, met geraffineerd sluitwerk en een smetteloze afwerking in nachtblauwe zijde. Als enige frivoliteit op de buitenkant de preeg van het sierlijk getekende monogram AK van de hand van Helmut Salden. Een doos als een schatkist voor vele gedichten en één tekening. Elk gedicht werd gezet op een los gevouwen blad. Eenvoudig en sober, maar het moet monnikenwerk zijn geweest. Dubbeltalent Charlotte Mutsaers droeg als enige bij met een tekening: een kleine zeefdruk van ‘Mijnheer Donselaar’. Voorovergebogen, de wind trotserend en met wapperende sjaal. Voor wie Anton Korteweg kent een minstens zo treffende bijdrage als het monogram op de voorkant.

Mooi Marginaal