Licht uit! het begint al…

Eén keer koos de jury twee boekjes van één inzender voor de selectie van Mooi Marginaal 7: Licht uit! Het begint al… en Mag ik deze dans van u? Het eerste werd door Leni van den Berge gemaakt voor de roofprint pers in een oplage van vijftien. Het is een soort stripboekje waarin allerlei soorten theaterbezoekers (de joviale, de zonderlinge, de alwetende, enzovoorts) allerlei opmerkingen maken en kreten slaken die in zwarte ballonnetjes zijn opgetekend. Erg geestig, en fraai vormgegeven. Het boekje ziet er ook zo komisch uit door de handgeschreven letters. Als je meer wilt weten over de roofprint pers kun je eigenlijk het beste rondneuzen op de website van Leni van den Berge: deroofprintpers.nl. Heerlijk, op naar Middelburg.

Mag ik deze dans van u?

Dit is een uiterst geestig boekje bestaande uit bewerkte foto’s en illustraties. De auteur vraagt zich af of foto’s gevonden in tijdschriften over kunst en mode die bewerkt worden leiden tot nieuwe kunst­werken. Volgens de jury in ieder geval wel. Tekst en plaatjes zijn beeldend en fantasierijk en roepen warme gevoelens op. In haar fantasie is de schrijfster een verliefde kat. Echter, wanneer ze in de spiegel kijkt, wordt ze kritisch en vraagt ze zich af of ze zichzelf wel ziet. Dit werk is geschreven en geïllustreerd door Leni van den Berge en door de roofprint pers gefotokopieerd in een oplage van 25 exemplaren. De Japanse binding met zwarte Hema schoen­veter maakt het boekje helemaal af.

De Feiten in de zaak Murks

Bijzonder leuk bedacht om een feuilleton dat online wordt gedeeld in een boekje te stoppen. De inhoud werd geprint omdat de illustraties zijn vervaardigd op een smartphone (heel knap).
De keuze voor de stijl in hoogdruk voor het omslag lag misschien niet zo voor de hand, evenals de Japanse bindwijze die het openen ietwat belemmert, maar als geheel geeft het een ‘vluchtige’ toestand weer — de tekst is tenslotte bedoeld om via digitale kanalen te worden bekeken. Het verhaal sleurt je mee, vooral kijken dus op #adreadfultale (Instagram of Facebook).

Sjoerd de Vries

Wie de bal kaatst moet hem terugverwachten. Dat is zo’n beetje de geheimzinnige boodschap van de ets van Hans de Jong. Het volgende kleurenbeeld laat een ietwat verbaasde heer zien, digitaal geprint, met een gedicht ernaast waarin iemand ogenschijnlijk onrecht is aangedaan. Het colofon biedt uitkomst. Duidelijk wordt dat ijdelheid en schilderkunst elkaar kunnen gijzelen. De oplage van 29 is nu ook verklaard: het originele schilderij is #1, zodat we een mooi rond dertigtal hebben. Het oogt allemaal poëtisch, maar wát een verdriet schuilt er achter deze uitgave: een burgemeester die een kunstenaar censureert tot tien jaar na diens overlijden. Heerlijk Japans binnenwerk, een Italiaans omslag en een strakke cahiersteek.

Brief aan F. Starik (poste restante)

Dit smaakvolle, eenvoudige cahier start zwart en pagina 2 en 3 houden dat gitzwart vol. Een beetje beklemmend. Je voelt: het wordt erger. Een chic zilveren typografische ontboezeming over een ontmoeting, waarbij de plattegrond van Amsterdam van dienst is. Die Engelse regelval had wat beter gebruikt mogen worden als je zo nadrukkelijk in je typografie bent. ‘Wees niet bang voor zwart’, zou Anthon Beeke hier zeggen, ‘gewoon overlopen die handel.’ Typografie mag zwieren, zeker als je de tekst leest. Dan heb je wel een wat stevige hand nodig, al is het poste restante. Het zwarte papier van omslag en binnenwerk laten door het tintverschil zien dat er wel degelijk leven in deze kleur zit.

Gewoon een geintje

Ton Lebbink (1943–2017) was punkdrummer en Paradiso-portier maar vooral dichter. De kunst was het volgens hem om iets moeilijks eenvoudig uit te leggen. ‘Moeilijk te begrijpen teksten zijn geen gedichten. Behalve als je het voelt.’ Lebbink was zeer productief en maakte naast gedichten ook tekeningen, muziek en strips. Dit eerbetoon, samengesteld door Leonor Faber-Jonker en Lula Valletta, doet recht aan die hoeveelheid werk van Lebbink. Het boekje zelf bevat gedichten, tekeningen en foto’s en is mooi strak vormgegeven door Lula Valletta. Wat het boekje bijzonder maakt is de grote hoeveelheid bijlagen, zoals manuscripten, ongepubliceerde kopij voor muziekkrant Oor, een programma voor vetverbrandingslessen en prints van e-mailberichten. Door de reproductie van typmachineteksten die op gevouwen grijsbruine A4-tjes en A3-tjes zijn geprint waan je je weer in de jaren tachtig. Het is zondagmiddag. Februari 82. Koud. De Paradiso is open van een tot vijf. Expirimenteel klassiek. Hondervijftig liefhebbers. Een portier. Een garderobemeisje. Een koffiemeisje en een staflid. Kunsssssssssssssst.

Woordschets & Beeldspraak

Dit is nog maar de derde uitgave van Vethgedrukt, de margedrukkerij van Maarten Giltay Veth, maar het is telkens feest als Maarten aan het zetten gaat. Er komen letters uit de kast die je niet vaak ziet maar waar wij geen genoeg van kunnen krijgen. We herkennen de houten Questa van Martin Majoor, de Signal van Berthold en de Banco van Fonderie Olive. Maarten Giltay Veth werkt met veel verschillende kleuren en in deze uitgave drukt hij ook grote vlakken in goudkleur. Op sommige pagina’s is het handwerk: hij schildert met penseel een kleurrijke verenkrans voor Nijntje en snijdt letters uit een imitatiehouten vel. Het resultaat is zonder twijfel erg druk, maar geeft mooi uitdrukking aan de gedichten die door zijn broer Huib werden geschreven. Het felblauwe omslag steekt juist genoeg over om het binnenwerk af te kaderen. De flappen aan het omslag geven het dunne boekje wat stevigheid.

Eens

Dit boekje is bedacht door Peter Blok voor zijn kleinzoon. Als in een sprookje wordt op geestige wijze het leven van zijn kleinzoon op rijm gezet. Het is een stimulans voor kinderen die leren lezen. De vrolijkheid straalt ervan af. De gebruikte letter is de Barbarber, een fantasieletter die vooral bekend is geworden door het tijdschrift Barbarber, opgericht door J. Bernlef, K. Schippers en G. Brands. De originele letter is, na opheffing van drukkerij Jesse in 1976, tegenwoordig in het bezit van de Grafische Werkplaats Amsterdam. Je zou willen dat iedere opa zulke leuke dingen voor zijn kleinkind kon maken.

De weg

Als je bedenkt dat deze uitgave gemaakt is naar aanleiding van de Campo Santo-herdenking ter gelegenheid van het overlijden van Christine D’haen (tien jaar geleden) dan begrijp je waarom de uitgave zo gewichtig en tegelijk zo sober is: een enkelkatern met twee gedichten van haar hand, mooi gedrukt op Zerkall-Bütten Edelweiss, genaaid in een omslag van dun grijsbord, passend in een doos van golfkarton waarin een uitsparing is gemaakt, met daarbovenop een gewassen tekening van Johan de Loore. Op de overslaande flap de naam in deftig grijs: Christine D’haen. Een waardig eerbetoon.

De chemie tussen taal en beeld

‘Wat maakt dat de innerlijke wereld zich bij de ene persoon in een beeld vertaald en bij de ander in taal en voor sommige kunstenaars/schrijvers afwisselend in beide uitingsvormen?’ Met deze publicatie (en een tentoonstelling) willen de initiatiefnemers de intrigerende relatie tussen beeldende kunst en literatuur voor het publiek ontsluiten. Beeldende kunst, o.a. tekeningen, schilderijen, zeefdrukken en fotografie, wordt afgewisseld met proza en poëzie. Het geheel is zorgvuldig vormgegeven door Stephan de Smet en digitaal gedrukt. De gebruikte letters zijn de Questa en de Berthold Block. De eerder gestelde vraag wordt niet beantwoord en er is geen toelichting bij de uitgekozen werken, dus het is aan de lezer/kijker om een conclusie te trekken. Dat die chemie er wel degelijk is blijkt uit de mooie verzameling werken: beeldende kunst waarin tekst is verwerkt en poëzie over beeldende kunst en architectuur. Van enkele kunstenaars zijn beeld én tekst opgenomen.

Mooi Marginaal