9 Meeuwen

Met 9 meeuwen, een eend en een bootje heeft Titi Zaadnoordijk een vrolijke leporello gemaakt. In dit kleine drukwerkje komen drie druktechnieken broederlijk samen. De opzet, een vervolgillustratie als opmaat voor een kort vers, leent zich goed voor uitbreiding tot een serie.

Flagrant

Deze fraaie editie van negen nieuwe gedichten van Claus verscheen als onderdeel van een boekproject ter ere van Hugo Claus. Het project bestond uit een viertal publicaties, die op verschillende wijzen werden voorzien van illustraties en typografieën. Deze uitgave met tekeningen van Jan Vanriet, verzorgd door het tijdschrift Revolver, is een bijzondere vermelding waard.
De dubbele, geïllustreerde schutbladen op getint papier vormen een intrigerende omlijsting van het binnenwerk op wit offsetpapier. De in twee kleuren vervaardigde tekeningen zijn een magnifiek ‘rijm’ op de eveneens in twee kleuren uitgevoerde tekstpagina’s met de gedichten. De poëtische samenhang van beeld en tekst is in dit boek op een verrassende wijze verwezenlijkt.

Doos voor Koos

Corps 8, een vereniging van acht drukkers, heeft een doos uitgebracht voor Koos Schuurman, als dank voor het beschikbaar stellen van een bok met rariteiten-ornamenten en een Gothisch font. Het geschonken materiaal is mede verwerkt in de sympathieke dankbetuiging Doos voor Koos.
De ene bijdrage is misschien wat mooier dan de andere, maar dankzij zijn diversiteit ontstond er een unieke staalkaart van het vele waar de leden van Corps 8 toe in staat zijn.

I desire the Moon. The diary of Lady Alfred Douglas 1905–1910

Het dagboek van 1905 tot 1910 van Olive Eleanor Custance (1874–1944) die in 1902 huwde met Lord Alfred Douglas, de vriend van Oscar Wilde in diens turbulente jaren, is door Caspar Wintermans ingeleid, uitgegeven en geannoteerd. Jan Keijser maakte er, geheel in de lijn van het bijzonder hoge niveau van de Avalon Pers, een imposant echt ‘boek’ van: een belangrijke, behoorlijk ingewikkelde, tekst die voorbeeldig werd gezet, scherp gedrukt op zwaar papier en fraai gebonden (door Van Waarden).
Het langwerpig registerformaat blijkt zeer geschikt voor de korte dagboekfragmenten.

Vijftien exemplaren werden door Frans den Breejen gebonden in halfperkament met fijn groen papier op de platten en hetzelfde groen voor eerste titelregel. O ironie: één letter in het colofon onthult de Nederlandse oorsprong van dit waarlijk mooie boek.

Trois lettres à Paul Léautaud

Dit boekje bevat drie van de zesentwintig brieven die Fagus (pseudoniem van Georges-Eugène Faillet, 1872–1933) tussen 1923 en 1927 aan zijn vriend Léautaud schreef. De eigenzinnige dwarse teksten zijn keurig gezet uit de Janson en, in een oplage van vierentwintig exemplaren, gedrukt op Barcham Green vooroorlogs.
Het schitterende omslag in handmarmerpapier van Eva van Breugel draagt, bovenaan op het voorplat, heel excentrisch een strookje met auteur en titel ‘Fagus trois lettres à Paul Léautaud’ – superieur! Het suggestieve frontispiece van Peter Bekker is prachtig.
Helaas net niet helemaal volmaakt, wegens een enkele zetfout in de Franse tekst en de ongelijke beïnkting van het laatste tekstblad.

De bibliotheekknecht

Twee teksten – een gedicht van Komrij en de beschrijving van diens Portugese bibliotheek door Blom – in een ‘klassiek’ verzorgde druk van Silvia Zwaaneveldts Leidse pers De Baaierd.
De Garamond ondersteunt discreet de tekst en de twee illustraties – een schets door Krouwels van een negentiende-eeuwse Leidse bibliothecaris en een dito door Zwaaneveldt van een imposante rij boekenruggen.
De opbrengst van de oplage (tweehonderdvijftig exemplaren) is bestemd voor de restauratie van boeken uit het bezit van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (bewaard in de Leidse Universiteitsbibliotheek). Boekenliefhebbers kunnen met het uitleven van hun passie dus nog meer boeken (laten) bewaren. Anderen zullen allicht door dit keurige uitgaafje tot de edele liefhebberij worden verlokt.

Zie je dat rood. Gedragslijnen

De streng gestructureerde dichtbundel van Marc Kregting is uiterst zorgvuldig afgewerkt met een welhaast minimale vormgeving van Alligator/Studio: een modernistische interbellum-typografie met een ietwat geblokte letter (de Delta Jaeger). Dit gegeven concentreert de aandacht op de tekst die, hoewel eruptief ontregelend, toch erg strak en streng tegen de binnenmarge is gehouden. Het vele wit rondom en ertegenover laat de lezer herademen.

Melancholi

Op elke pagina van deze leporello, waarop afwisselend fragmenten van Leopold, Cunningham, Japanse haiku en graffiti uit Pompei zijn afgedrukt, staat – als was het een paginanummer – één letter van het woord ‘Melancholi’ in de linker benedenhoek, gedrukt in donkergroen uit een biljetletter. Die letters fungeren door hun isolement als een terugkerend typografisch element dat tegenwicht biedt aan de uit diverse lettertypes gezette korte tekstfragmenten en de drie surrealistische houtgravures van de hand van drukker Peter Lazarov.
Hoewel de veelheid aan stijlen het gevaar van rommeligheid kan opleveren, zorgt de consequent doorgevoerde plaatsing van de teksten en illustraties op de pagina met een ruim gebruik van wit voor voldoende rust en samenhang. Het blanco omslag geeft helaas een eerste indruk van saaiheid, maar die wordt door de stijlvolle inhoud geheel gelogenstraft.

Shoji

Shoji is een in twee kleuren boekdruk vervaardigd leporello-boek: de tekst (van Teodor Lazarov) in oker, de prenten (van Peter Lazarov) in diepzwart. Twee prenten zijn op een intrigerende wijze over de vouwen geplaatst, waardoor de korte teksten een opvallende spanning verkrijgen.
Als omslag is er tweelaags handgeschept Japans kozo-papier geplakt op de leporello, waardoor het boek een uiterst kwetsbare maar ook sublieme presentatie verkrijgt. Het papier is door de kunstenaar/drukker zelf in Japan vervaardigd.
Deze uitgave is een meesterlijk voorbeeld van het eigentijdse kunstenaarsboek.

Het schuitje van Fiep & Annie

De angst voor ontlezing heette in 1954 ‘leesverloedering’. Joke Linders beschrijft smakelijk hoe Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp in opdracht van de CPNB een boekje ‘ter bevordering van het lezen’ samenstelden.
Pauline van Wensveen van de Vette Venus Pers is het niet te doen om ingewikkeld drukwerk en geraffineerde typografie. Het gaat haar om het plezier van het maken van een leuk boek, liefst voorzien van de nodige ironie. Samen met Hans Rombouts drukte ze het omslag in boekdruk. De katernen zijn met de hand genaaid en ingelijmd.
Een aanrader voor ieder die zich zorgen maakt over de tanende belangstelling voor het lezen. Vroeger was het nog erger!

Mooi Marginaal