Gelukkig nieuwjaar 2005/2006

Als de jury niet beter wist, zou ze denken dat Karel Treebus niks te doen had. Deze nieuwjaarswens telt niet minder dan zeventien drukgangen (vier schoon-, en dertien weerdrukgangen) in ruim tweehonderd exemplaren. Wij verdenken Treebus er dan ook van dat hij op 2 januari begint met de nieuwjaarswens voor het volgende jaar. Hij staat bekend als de Pietje Precies van de typografie en hij is aanhanger van de Nieuwe Zakelijkheid. Als hobbydrukker haalt Treebus alles uit zijn letterkast, geen kleur wordt gespaard, geen hoekje van het vel blijft onbenut. Met zijn typografisch materiaal bouwt hij een glasheldere voorstelling op.
Deze nieuwjaarswens is de weerslag van de reis van Karel en Liza Treebus naar Japan: rijstvelden, tempels, tuinen, sake, geisha’s en hogesnelheidstreinen. Alle hindernissen die hem in vroeger jaren plachten te dwarsbomen (extreme kou of hitte in zijn drukkerij) heeft hij voor dit project met glans genomen. Kortom, een staaltje van perfect drukwerk. Bevoorrecht is de vriendenkring van Karel en Liza Treebus: hun nieuwe jaar kan nooit stuk.

Through

Through: Mijn weg door het ‘recyclenetwerk’ van Beijing. Een bescheiden onderwerp, door Tijl Akkermans behandeld op groot formaat.
De opvallend blauwe kleur van het omslag vormt een goede combinatie met het zwart en diapositief wit. De prachtige informatieve foto’s – voor het merendeel zwart/wit – en de uiterst verzorgde tekstvormgeving, aangevuld met illustratieve Chinese karakters, nemen je mee in de Chinese recyclewereld. Ook voor de fietsenliefhebber valt er heel wat te genieten aan de diverse modellen bakfiets.
Dit boek niet opbergen, maar op tafel laten liggen om vrienden te laten meegenieten.

Schrappen

Subliem. Een ander woord kan niet gebruikt worden bij de beoordeling van deze uitgave van De Uitvreter. Speciaal voor de leden van het Haarlemse bibliofiel genootschap ‘Het Beschreven Blad’ experimenteerde Kees Thomassen met het zetten van een tekst van Marjolijn Februari: een column uit de Volkskrant waarin zij zich beklaagde over het gebruik van de Engelse regelval bij het zetten van haar tekst, waardoor zij minder ruimte had om haar betoog op te bouwen.
Met het zetten van de tekst van de column in zes (!) verschillende varianten, toont Kees Thomassen niet alleen het gelijk van de auteur aan, maar illustreert hij tevens de resultaten en gevolgen van allerlei typografische conventies.
De op zes stroken en bladen gedrukte teksten zijn verzameld in een fraai gedrukt omslag en gaan begeleid door een verhelderende en geestige toelichting door de zetter/drukker.

poëzie

Johan Velter van Druksel en Alligator/Studio houden niet van opsmuk. Dat blijkt ook deze keer bij de uitvoering van de gedichten van Saskia de Jong. De minimale typografie, het naar de kop dringen van de bladspiegel, neigt naar een zekere saaiheid. Gelukkig wordt dit gecompenseerd door een extra fotokatern waarin de gedichten van De Jong in eigen beeldtaal verteld worden. ‘Cut-and-paste’ voor gevorderden. Hulde voor het offset drukwerk van drukkerij Sintjoris in Merendree.

De verloren talisman. Taalmagie van 37 hedendaagse dichters

Uitgeverij De Zingende Zaag, gedreven door de Haarlemse stadsdichter George Moormann, timmert al achttien jaar aan de weg met verrassende poëzie-uitgaven. Op uitnodiging van Moormann schreef een groot aantal hedendaagse Nederlandse dichters een of twee gedichten, bedoeld als talisman. Het concept werd vervolgens vormgegeven door Jo Klaps van Brussels Lof. Alle gedichten kregen een illustratie, die in veel gevallen bestaat uit een zeer concreet object of symbool, dat zeer gestileerd, als een pictogram, het gedicht begeleidt. Dit zou in theorie tot een wat saai geheel kunnen leiden, ware het niet dat er een zeer creatieve invulling aan de illustratie van veel van de gedichten gegeven is.
De bundel werd in zwart, grijs en vaak uitbundig rood gedrukt, waardoor een levendig geheel ontstond. De buitenkant van het boek heeft eenzelfde uitbundigheid. De omslagen zijn namelijk voorzien van in paars bedrukte platten van boekbinderskarton, de rug is beplakt met fel geel linnen en de voorsnede is dezelfde kleur geel beschilderd. De uitgave wordt gecompleteerd door een paars en een geel leeslint.

Rijk

Hier is goed over nagedacht. Het begint al met het ‘open ruggetje’: genaaid, gebrocheerd zonder omslag en vervolgens de inhoudsopgave, die een alfabetische index blijkt te zijn. Als de lezer zich afvraagt hoe dit boek te hanteren, volgt er een heldere gebruiksaanwijzing.
‘Rijk’ vertelt de geschiedenis van een kwart eeuw Stichting De Arm: de Alternatieve Renovatie Maatschappij. Een particulier initiatief uit de jaren tachtig dat zichzelf niet heeft verloochend en nog steeds op dezelfde grondslag functioneert, zonder subsidie! Stichting De Arm bekommert zich om diegenen die het net niet redden in de moderne maatschappij. Zij biedt werk in haar kringloopwinkels, fietsenwerkplaats, zorgt voor kinderopvang, begeleiding, opvoeding en wat niet meer.
Bram Nijssen was net afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht toen hem gevraagd werd deze uitgave te verzorgen. Later voegde mede-student en fotograaf Rob Hornstra zich bij hem. ‘Toen werd Rijk nog rijker’, zeggen ze zelf. Ze maakten een fascinerend tijdsbeeld in foto’s, krantenknipsels, kasboeken, persoonlijke brieven en interviews. Door de originele ordening van het materiaal is deze geschiedenis geen praatje met een plaatje geworden. Alle elementen dragen bij aan de samenhang van het boek.
Hulde aan de makers die het boek ook zelf hebben uitgegeven.

De slapende goden/Sueños y otras mentiras

De Ergo Pers staat bekend als het onbetwiste bolwerk in de Lage Landen van de grote traditie van de luxueuze, Franse bibliofilie, met haar indrukwekkende reeks van uitgaven van oorspronkelijke grafiek vergezeld van niet eerder uitgegeven literaire teksten. Het gebruik van exclusieve papiersoorten, bijzondere banden en cassettes, royale formaten, en de toepassing van diverse druktechnieken bij dezelfde productie zijn de Ergo Pers toevertrouwd.
De slapende goden/Sueños y otras mentiras is niet alleen een fraai voorbeeld van hedendaagse boekkunst, het is tegelijk verrassend vernieuwend van concept en ontwerp. De keuze van de heldere, koele maar tegelijk elegante Frutiger als tekstletter, en het sobere maar toch monumentale typografische ontwerp voor de tekstpagina’s, verlenen de trefzekere tekeningen en hun kleuren alle ruimte.
Het geraffineerde, zowel in boekdruk als met de etspers uitgevoerde, beslist gedurfde omslag geeft deze kunstuitgave een stralende presentatie waarmee de boekkunst-traditie als het ware nieuw leven wordt ingeblazen.

Het geheim van het huis De Pinto

Jeugdboek over het De Pinto-huis, Amsterdams beroemdste pand dat niet aan een gracht ligt, genoemd naar de zeventiende-eeuwse Portugees-Joodse bewoners van het huis. Op het nippertje niet gesloopt voor auto en metro in 1975, werd het na restauratie een filiaal van de Openbare Bibliotheek Amsterdam.
Tien kinderen tussen de acht en twaalf jaar schreven het verhaal, illustreerden het en maakten er vooral een levendig ambachtelijk boek van. De oplage van vijftien ‘handgemaakte’ exemplaren werd gedrukt op HV Bond vergé met lino’s, stempels, ets en lijmdruk en door Jeroen Beets gebonden in een linnen band met een omslag in lino en foliedruk. Eerder maakten groepen kinderen in buurtcentrum ‘De Boomsspijker’, begeleid door Barbara Wichers Hoeth, Jeroen Beets en Arthur van Norden, reeds boekjes over ‘Het geheim van’ de Waag (2001), het Scheepvaarthuis (2002), de Zuiderkerk (2003) en het Rembrandthuis (2004). Met ‘De Pinto’ bereiken ze een overtuigend resultaat: een geslaagd boek met een duidelijke maatschappelijke meerwaarde. Bibliofilie als educatieve zingeving…

De verborgen schat van Athias

Het inmiddels legendarisch geworden ‘groeiboek’, dat in 1987 is gestart door de boekhistoricus Bert van Selm en de kenner van grafische technieken Gerard Post van der Molen (die het project na Van Selms dood in zijn eentje voortzet), telt anno 2005 niet minder dan twaalf afleveringen. Het ‘groeiboek’ is een reeks afleveringen met publicaties over Nederlandse boekgeschiedenis, geschreven door toonaangevende onderzoekers, ambachtelijk gedrukt voor een beperkte groep van intekenaren.
De twaalfde aflevering, waarin Adri Offenberg, de expert van de Hebreeuwse boekgeschiedenis, schrijft over het befaamde achttiende-eeuwse ‘Athias-kastje’ met Hebreeuws typografisch materiaal (het wordt thans bewaard in de Amsterdamse Universiteitbibliotheek), is een bijzondere aanwinst van het ‘groeiboek’. Het biedt behalve een instructieve tekst ook de reproductie van een tekening van Jos van der Zee en enkele facsimile’s van een prospectus van de achttiende-eeuwse drukkerij, waar het materiaal van het kastje gebruikt is.
Het ambachtelijke, handgezette en handgedrukte, langjarige ‘groeiboek’-project is om vele redenen prijzenswaardig, zowel om de inhoud als om de typografische uitvoering.

Nieuwe gedichten

Het boekhistorische onderzoek dat Piet Verkruijsse deed naar de boekuitgaven van de zeventiende-eeuwse Amsterdamse drukker Cornelis Fransz leidde tot de toevallige ontdekking in een Zweedse bibliotheek van drie nog niet bekende gedichten van Bredero, die door deze dichter gepubliceerd blijken te zijn in een van Fransz’ publicaties.
Deze bijzondere literair-historische ontdekking heeft destijds tot veel publiciteit aanleiding gegeven, maar pas met de fraaie uitgave van de Lojen Deur Pers zijn Bredero’s aansprekende, virtuoze verzen voor geïnteresseerde lezers toegankelijk geworden.
De drie gedichten zijn, vergezeld van eigentijdse hertalingen, met de hand gezet en in boekdruk afgedrukt. Een kort nabericht van Verkruijsse documenteert de ontdekking.
De keuze voor het oblong-formaat lijkt een subtiele verwijzing naar de gangbare uitvoering van bekende zeventiende-eeuwse liedboeken.
De in halfperkament gebonden luxe-exemplaren hebben een mooie kartonnen band die beplakt is met een opvallend gestructureerd gelig papier, waarop de bladgouden titel-belettering een riant effect geeft.

Mooi Marginaal